14 juni 2024

Samenwerken in de keten voor volhoudbare landbouw

Farm Frites startte anderhalf jaar geleden het Future Farming Program, gericht op regeneratieve landbouw. Sustainability Manager Hens Gunneman die tevens als projectleider bij het IBP-project BMA-scenario doorrekening is aangehaakt, legt uit waarom binnen het programma gekozen is voor de Biodiversiteitsmonitor Akkerbouw (BMA) en de KPI-systematiek. ‘De BMA is een veelbelovende landelijke tool die helpt bij het monitoren en belonen van verduurzaming in de landbouw. Het gaat ons om de uitkomsten en hoe we daarmee de ontwikkeling kunnen volgen’, aldus Gunneman.

Het Future Farming Program van Farm Frites is gebaseerd op drie pijlers: de uitwisseling en ontwikkeling van praktische kennis rond duurzame maatregelen en regeneratieve landbouw, de monitoring van de voortgang met behulp van de BMA en de beloning van telers voor de resultaten die zij boeken.

Kapstok

‘Duurzaamheid is natuurlijk niet alleen belangrijk voor de aardappelteelt’, vervolgt Gunneman. ‘Aardappelen zijn een onderdeel van een akkerbouwbedrijf met rotatie. Daarom is het van belang om integraal op het hele bedrijf inclusief alle andere gewassen naar duurzaamheid te kijken.’ De BMA biedt een bedrijfsbrede systematiek. Hierdoor kan deze methodiek ingezet worden binnen de gehele akkerbouwsector.

‘De BMA biedt een duidelijke kapstok met achterliggende KPI’s. Dit maakt verduurzaming minder abstract en zorgt ervoor dat iedereen binnen de sector dezelfde taal spreekt. Met de BMA kunnen we een eenduidige systematiek bieden die akkerbouwbreed inzetbaar is, in plaats van verschillende programma’s voor verschillende gewassen.’

‘De BMA maakt duurzaamheid meetbaar en biedt de sector een universele taal’

Verwaarding

Het programma moet naast kennisverrijking ook financiële voordelen voor telers gaan bieden. Gunneman: ‘Telers die via de BMA aantoonbaar beter presteren op het gebied van duurzaamheid, zouden naast een plus op de producten bijvoorbeeld ook in aanmerking moeten kunnen komen voor gunstige leningen voor groene investeringen. Financiers kijken steeds vaker naar de bedrijfsvoering van akkerbouwers. Bedrijven die inzetten op duurzaamheid, kunnen in aanmerking komen voor gunstige leningen en andere financiële voordelen. Daarnaast zouden overheden telers extra ruimte of vrijheden kunnen verstrekken op bestaande regelgeving. Door deze universele taal in de gehele sector toe te passen wordt een gestapelde beloning mogelijk.’

Ketenbelang

Gunneman benadrukt dat duurzaamheid een ketenbelang is: ‘Ook Quick Service Restaurants zien de effecten van klimaatverandering. Ze willen een veerkrachtige keten en zetten daarom in op regeneratieve landbouw. Door samenwerking binnen de sector en een eenduidige systematiek kunnen telers gestimuleerd worden om duurzame maatregelen te nemen. Door gestapeld te belonen biedt het programma belangrijke voordelen voor telers. Zo dragen we samen bij aan een veerkrachtige en duurzame toekomst voor de akkerbouwsector.’

‘Samenwerking is daarbij essentieel’, concludeert Gunneman. ‘Iedereen in de keten moet zijn steentje bijdragen om echt impact te maken. Duurzaamheid is een gedeelde verantwoordelijkheid.’