13 juni 2024

Zevende voortgangsrapportage

Op 13 juni werd de zevende voortgangsrapportage vastgesteld. Nu het IBP-programma afloopt, is het volgens Broedplaatstrekker Zoet water Marnix van Driel een goed moment om de meerwaarde ervan te benoemen en nieuwe wegen te verkennen voor toekomstige interbestuurlijke, grensontkennende samenwerking in de Zuidwestelijke Delta.

Van Driel noemt het voorbeeld van een kennissessie in Scharendijke die hij in april bezocht, waar verschillende Fieldlabs Zoet Water uit de regio ervaringen met elkaar uitwisselden. ‘Het belang van kennisdeling kan niet genoeg benadrukt worden. Hoewel het organiseren van dergelijke sessies in verhouding tot projecten niet veel geld en tijd kost, moet er wel duidelijkheid komen over wie dit in de toekomst initieert, organiseert en betaalt. We moeten voorkomen dat iedereen weer op zichzelf terugvalt.’

Kennisdeling

‘Als we deze manier van werken loslaten, blijven we nog steeds met dezelfde regionale uitdagingen zitten’, vervolgt Van Driel. ‘Hoewel sommige IBP-elementen al zijn opgenomen in de Provinciale Programma’s Landelijk Gebied, blijven substantiële financieringen uit. Dit maakt het des te belangrijker om kennis te blijven delen. Wanneer er minder middelen beschikbaar zijn, wordt het nog belangrijker om te blijven samenwerken en creatieve oplossingen te zoeken.’

Regionale impact

Van Driel onderstreept dat het draagvlak groter is wanneer een project kan starten op het niveau van de Zuidwestelijke Delta dan wanneer een afzonderlijke provincie of gemeente een project start. Van Driel: ‘Wanneer we meer impact willen maken en sterker willen staan als regio, is het belangrijk om projecten op kleine schaal – gebied, gemeente en erf – uit te voeren , want daar zit het lokale draagvlak, waarbij ze op grotere schaal zijn opgehangen aan regiobreed beleid, projecten en doelen.’

Voorwaarde is wel dat de betrokken partijen afspraken maken over de governance, aldus Van Driel. ‘De Zoet Water Fieldlabs laten zien dat technische maatregelen die gunstig zijn voor een agrarisch ondernemer een andere stakeholder juist overlast kunnen bezorgen. Het is zonde wanneer een project door het ontbreken van goede afspraken stil wordt gelegd.’

Uitdaging

De Broedplaatstrekker benadrukt dat gebiedsgericht werken een uitdaging blijft en verschilt per gebied: ‘Zelfs op kleine schaal kan het lastig zijn om tot oplossingen te komen met alle betrokken partijen. Het kost tijd en geduld om vertrouwen te bewerkstelligen. Vertrouwen is niet in cijfers te meten, maar essentieel en minstens zo belangrijk als de technische maatregelen die genomen worden.’

Hogerop zijn het provincies, gemeenten, waterschappen en andere organisaties die met elkaar moeten blijven samenwerken. ‘Dat betekent dat we elkaar wederzijds iets gunnen en ruimte geven. Die lessen uit het IBP zijn essentieel voor het succes van gebiedsgerichte projecten en kunnen in alle toekomstige gebiedsprocessen worden toegepast.’

Lees hier de volledige zevende voortgangsrapportage.